De aardse paradijzen van 's werelds veertig beste tuinmannen en tuinontwerpers

20 juni 2018

Een geschoolde tuinman of -vrouw krijg je er snel genoeg mee op de kast. Vertel hem of haar dat het jou ook zo leuk lijkt, elke dag lekker een beetje tuinieren en bloemen plukken met het zonnetje op je bol, en gegarandeerd dat zo’n ontboezeming op z’n minst met een donkere blik wordt beantwoord. Helemaal bont kun je het bij ze maken door eraan toe te voegen dat het werk je ‘wel leuk’ lijkt nu je op het punt staat ‘iets heel anders’ te willen gaan doen met je leven. 

Ja, ook het tuindersvak telt heus wel ‘mensenmensen’, maar zelfs zo’n eigenschap schiet wel eens tekort op het moment dat de beroepseer weer eens een flinke knauw krijgt. De beste professionele tuinlieden en tuinontwerpers zijn de gelijken van schilders en architecten en niet zelden ook levenskunstenaars, mevrouw, meneer. Vaak grote geesten en uitzonderlijke ambachtslui tegelijk. ‘Wel leuk’ bestaat niet in hun universum.

Superstatus

Lees het boek Lives of the Great Gardeners van Stephen Anderton en overtuig jezelf. In ruim 300 pagina’s brengt hij er het pantheon in kaart van de legendarische scheppers die de wereld sinds de Hof van Eden heeft voortgebracht. Van Wen ZhengMing, in de tuinders-Hall of Fame bijgezet als een van de ‘Vier Grote Meesters’ van de Ming-dynastie (1386-1644), tot Piet Oudolf uit Hummelo, die vandaag de dag als kweker, tuinman en -ontwerper in met name Amerika en Groot-Brittannië een superstatus geniet. 

Met 38 collega’s uit alle tijden en windstreken vormen ze wat Anderton betreft de crème de la crème in het aanleggen en inrichten van parken, kasteel- en cottagetuinen, patio’s, begraafplaatsen en aanverwante publieke groenvoorzieningen. De Britse tuinjournalist en auteur voert ze een voor een op in hoofdstukken waarin hij het type tuinen (stijl, vorm en het ideeëngoed daarachter) beschrijft waarin ze excelleerden, maar tegelijkertijd komen we veel te weten over de eigenzinnige persoonlijkheden die veel van die tuinmannen (32) en tuinvrouwen (8) ook van zichzelf waren.

Uitblinkers

Los van de honderden beroemde tuinen die ze over heel de wereld creëerden, leidden die great gardeners (op een paar na zijn ze allemaal reeds lang overleden) in andere opzichten eveneens een tot de verbeelding sprekend leven. De multi-disciplinaire talenten die ze in hun tuinkunst verenigden, lieten zich op andere aandachtsterreinen gelden. Velen konden ook uitstekend met het penseel en de pen overweg, of ze blonken uit in de wetenschap, het militaire bedrijf of de bouwkunst. 

Tuinder Thomas Jefferson (1743-1826) was architect, linguist, filosoof, musicus en niet in de laatste plaats ook nog president van de Verenigde Staten. Vita Sackville-West (1892-1962) was een gelauwerd dichteres, Nicole de Vésian (1916-1996) maakte als mode-ontwerpster tegelijkertijd fortuin bij Hermès, Graham Stuart Thomas (1909-2003) en anderen waren ook uitmuntende aquarellisten. Claude Monet (1840-1926) en Braziliaan Roberto Burle Marx (1909-1994) gingen, behalve als tuinmannen, en passant ook de geschiedenis in als schilders. 

Femme scandaleuse

Op het persoonlijke vlak viel er met menig ‘mannetje voor de tuin’ ook wel wat te beleven. De adellijke Friedrich Franz von Anhalt-Dessau (1740-1817) zette ook spreekwoordelijk de bloempjes buiten in het liefdesnest waarin hij de dochter van een tuinman ontving. Tuinder William Nesfield (1794-1881) katapulteerde zichzelf de annalen in door op het landgoed Witley Court in Worcestershire een fontein op te richten die 36 meter de lucht in kon spuiten en net zo veel herrie maakte als een vrachttrein. Sackville-West was in haar Britse aristocratische kringen lang een femme scandaleuse nadat ze als getrouwde vrouw een relatie had aangeknoopt met de dochter van de maitresse van de Prince of Wales. 

Zitkuil van Mien

Kom daar maar niet om bij ‘onze eigen’ Mien Ruys (1904-1999), die ook in het boek is vertegenwoordigd. Anderton bestempelt haar als een gardener’s gardener’, ofwel een vakvrouw die alleen binnen de eigen beroepsgroep hoog staat aangeschreven en dus bij amateurtuinders niet bekend is. Dan weten wij Nederlanders natuurlijk wel beter. Had in de jaren zestig en zeventig immers niet zo’n beetje iedereen spoorbielzen en een zitkuil ‘van Mien’ in zijn eigen tuin?

Lives of the Great Gardeners van Stephen Anderson (Thames & Hudson, €26) is verkrijgbaar in de markt van Villa Augustus.


  • Tuin van Thomas Jefferson in Virginia

    Tuin van Thomas Jefferson in Virginia

  • Tuin van Piet Oudolf

    Tuin van Piet Oudolf

  • Tuin van Vita Sackville-West in het Engelse Sissinghurst

    Tuin van Vita Sackville-West in het Engelse Sissinghurst

  • Mien Ruys

    Mien Ruys

  • Tuinman en schilder Monet in zijn paradijs in Giverny

    Tuinman en schilder Monet in zijn paradijs in Giverny

  • Vita Sackville-West

    Vita Sackville-West

  • Tuin van Nicole de Vésian

    Tuin van Nicole de Vésian

  • Tuin van Robert Burle Marx

    Tuin van Robert Burle Marx

  • Moestuin van Rosemary Verey

    Moestuin van Rosemary Verey