Op wereldreis langs 28 hotelkamers

22 juni 2017


Bas Kwakman is in het dagelijks leven directeur van het festival Poetry International in Rotterdam. In zijn eigen tijd zit hij ook zelf regelmatig aan de schrijftafel. Of, beter: aan schrijftafels. Want de afgelopen jaren combineerde Bas heel vaak een binnen- of buitenlandse dienstreis met het werken aan een boek. Een boek over schrijven aan hotelkamertafels. En ook over die hotelkamers zelf. Over hoe ze eruitzien (hij tekent ze stuk voor stuk ook – en prachtig!) En over wat hij er allemaal meemaakt.


Van Mongolië en Moldavië tot Dordrecht

Nu is het af. De titel ervan laat zich misschien wel raden. Het heet Hotelkamerverhalen. Ze zijn geschreven en per keer van een interieurschets voorzien in 28 verschillende hotels, in alle delen van de wereld. In China, in Colombia, in Moldavië, Mongolië, Macedonië, in Portugal, België en ook gewoon in Nederland. Nou ja, gewoon: Bas sliep in eigen land óók in de kamer in de giardino segreto, ofwel de geheime tuin, van Villa Augustus. 


Daarover verderop. Hier eerst nog wat aanprijzingen voor het boek als zodanig. Per slot van rekening zal iedereen die soms of regelmatig in een hotel logeert, beseffen hoe moeilijk het is om daar wat van te vinden. Vooral in hotels van grote, internationale ketens lijken alle kamers wel zo’n beetje op elkaar. Nondescripte verblijfsruimtes, dat zijn het. Een kingsize of een dubbel bed. Een vaag kunstwerk en een goedkoop beeldscherm aan de muur. En een smalle secretaire om je paspoort en andere paperassen op te leggen. Een knappe vent (of vrouw natuurlijk) die daar, al rondkijkend, een verhaal over weet te bakken.


Het boze oog

Maar Bas kan dat. Met dank ook aan de bijzondere types die hij op hotelkamers dikwijls over de vloer heeft. Zo raakte de nogal zonderlinge dichter Hans Vlek volslagen in paniek toen hij in Hotel Atlanta (Rotterdam) een rood lichtje in het vizier kreeg. Het standby-lampje van de tv? Niks daarvan, dit was het ‘boze oog’! Nog voor de Poetry-directeur zijn festivalgast kon kalmeren, had Vlek het toestel al met schroeven en al van de wand getrokken.


Ook de piccolo’s, de liftbedienden, masseuses, het lobbypersoneel en andere tijdelijke mede-hotelbewoners die op Bas z’n pad komen, doen in menig verhaal een vrolijke duit in het zakje. Er wordt op en rond zijn bed gezongen, gebuikdanst, geknokt, gedronken en geflirt. En blijft alles in het nette voor zover dat Bas zelf betreft, al lezend in Hotelkamerverhalen kom je ook aardig wat te weten over dichters in de uurtjes dat ze eventjes niet zo fijnbesnaard zijn.


Kopland

Een Poetry International-directeur maakt on the road nogal wat mee, mag je wel stellen. In de giardino segreto is het die nacht dat Bas er te gast was overigens rustig gebleven, hoor. Het verhaal dat hij er schrijft, is grotendeels gewijd aan zijn herinneringen aan Rutger Kopland. Bas interviewde hem een jaar voor diens overlijden voor een volle zaal in Villa Augustus, een van de zeldzame keren dat de geliefde dichter zijn poëzie in het openbaar toelichtte.

Met Kopland en de Poetry-directeur kijken we in het verhaal uit over het Wantij en berusten we in de vergankelijkheid van alles:


de rivier neemt mijn gedachten mee

het landschap in – en van alles wat ik zie

weet ik dat het anders had kunnen zijn

maar dat is het niet


Hotelkamerverhalen van Bas Kwakman wordt uitgegeven door de Arbeiderspers, kost €25,95 en is onder andere in de boekwinkel van Villa Augustus te koop.

 

  • Bas Kwakman in Villa Augustus

    Bas Kwakman in Villa Augustus

  • Bas Kwakman en dichter Rutger Kopland

    Bas Kwakman en dichter Rutger Kopland

  • Tekening uit het boek Hotelkamerverhalen

    Tekening uit het boek Hotelkamerverhalen